De spiertest is gebaseerd op het fenomeen dat spieren fysisch zwak wordt door stress. Die stress kan vanalles zijn: pijn, kopzorgen, emoties, voedingsmiddelen,….

Dat de spiertest werkt is zeker, de wetenschappelijke onderbouwde verklaring is nog onderweg.

Charles Krebs heeft de neurologische cycli bestudeerd van de spierspoelcellen en de Golgi-peescellen, die in verbinding staan met onze hersenen en die de spanning in de spieren en pezen registreren en zo beschermen tegen ernstige beschadigingen. Hij heeft een plausibel verklaringsmodel geconstrueerd.

Enerzijds sturen we onze spieren aan met ons willekeurig zenuwstelsel, dan gehoorzamen de spieren onze wil. Anderzijds is er het onwillekeurige zenuwstelsel dat niet langs ons bewustzijn passeert, vele keren sneller en puur reflexmatig reageert en maar één doel heeft…overleven. Wanneer het waarnemingssysteem van de mens op ‘alarm’ gaat, wordt ons willekeurige zenuwstelsel, ons bewustzijn of onze wil, even buiten spel gezet om een snelle autonome reactie ter overleving, namelijk vechten, vluchten, verstijven, mogelijk te maken. Deze korte neuromusculaire ontkoppeling onder stress zorgt voor een ‘zwakke’ spier. Dit systeem reageert niet alleen wanneer er een beer voor je staat, maar ook bij laagdrempelige prikkels (stressoren), die wij met ons bewustzijn (nog) niet als ‘gevaar’ beschouwen. Dat kunnen bijvoorbeeld die pijn, kopzorgen, emoties of ongezonde voedingsmiddelen zijn. Dat betekent dat er in ons lichaam uiterst gevoelige waarschuwingssystemen zijn, die over andere dan de bekende zintuiglijke sensoren beschikken om ons body-mind systeem te behoeden voor schade!

In principe kan je elke spier van je lichaam gebruiken. Vaak wordt er een arm- of beenspier gebruikt omdat dat gewoon handig is. Bijvoorbeeld de arm van de testpersoon wordt in positie gebracht. De tester zal vragen de arm daar te houden en zal gedurende 2 tot 3 seconden langzaam druk opbouwen. In neutrale omstandigheden zal een gezonde, pijnvrije spier die positie met gemak kunnen houden. Dat noemen we een sterke spier. Als er stress wordt toegevoegd, zoals bijvoorbeeld eens knijpen in de spier (fysische stress) of denken aan iets dat je boos maakt (mentaal-emotionele stress), dan zal ze de positie niet kunnen houden, dat noemen we een zwakke spier. Het is belangrijk om in deze context altijd goed voor ogen te houden dat sterk of zwak hier niets met spierkracht te maken heeft!
Wél met die neuromusculaire ontkoppeling als reactie op stress.

In het begin van de sessie is er steeds een ijking, zodat de testpersoon beide toestanden duidelijk ervaart. Een simpele maar efficiënte manier is om te werken met de afbeeldingen van een vrolijke en verdrietige smiley. Iedereen, jong en oud, met eender welke culturele achtergrond reageert op dezelfde manier. Op het vrolijke gezichtje reageert het lichaam met een sterke spier, op het verdrietige gezichtje met een zwakke spier. De testpersoon kan de arm niet op de plaats houden.
Het bijzondere van de spiertest is dat ook de bewust waargenomen prikkels nog langs de filter van ons onderbewustzijn, met zijn uitererst gevoelig waarschuwingssysteem, passeren. Zo kan het zijn dat je de muziek van Mozart niet mooi vindt, maar dat de spiertest sterk is en bij deze laat zien dat de invloed van de muziek op je systeem toch positief is. Of dat je dol bent op snoepjes, maar dat de spiertest toch verzwakt en zo laat zien dat ze een onbalans in je systeem veroorzaken.